Wekelijkse overdenking


Zondag 26 maart 

Johannes lezen

Fascinerend is het evangelie van Johannes. In heel veel opzich-ten totaal anders dan de drie
andere evangeliën en toch ook weer niet. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met het feit, dat het Johannes-evangelie
het laatste geschreven is van de vier evangeliën.
Johannes heeft in ieder geval de evangeliën van Marcus en Lucas en misschien
ook wel dat van Mattheus gelezen, toen hij zijn evangelie schreef.
En daarom is Johannes niet een evange-lie zoals de andere vier evangeliën, misschien wel meer dan een evangelie, het is zowel een evangelie als een reflectie op het evangelie.
Met het schrijven van zijn evangelie reageert hij als het ware op de andere evangeliën.
Hij gebruikt de verhalen uit en zet die in een nieuwe context. De context van de gemeente, die het gesprek over het evangelie, het gesprek over de betekenis van Jezus aangaat.

Een van de mooiste voorbeelden daarvan is het elfde hoofdstuk, het verhaal over de opwekking van Lazarus.
Naast Jezus en zijn leerlingen spelen in dit verhaal drie met namen genoemde mensen een grote rol: Martha, Maria en Lazarus. Johannes heeft ze alle drie geleend uit het verhaal van Lucas.
Daar komen we Martha en Maria tegen als de twee zusters, die zo heel verschillend zijn, de één is “doenerig”, dienstbaar en doortastend, de ander nadenkend, luiste-rend, afwachtend.
Maria heeft het beste deel gekozen, maar beide zusters zijn beiden volgelingen van Jezus.
Lazarus komt bij Lucas voor in het verhaal over de rijke man en de arme Lazarus.
Ook bij Lucas gaat Lazarus dood, de engelen dragen hem weg tot in de schoot van Abraham en daar
vindt Lazarus vertroosting voor het verschrikkelijke leven dat hij heeft gehad.
Zo wordt volgens Lucas Lazarus uiteindelijk recht gedaan.

Maar Johannes gaat nog een stapje verder. Dat kan toch niet. Iemand leidt een miserabel leven
en vervolgens gaat hij veel te vroeg dood. We geloven wel dat hem uiteinde-lijk van godswege recht gedaan wordt,
maar we zouden eigenlijk meer willen. We nemen het niet, dat Lazarus dood-gaat, we willen het niet waar hebben,
zoals we het ook niet waar willen hebben, dat Jezus zelf, die de weg van de liefde ten einde toe gaat, dat uitein-delijk met zijn leven zal moeten bekopen.
Het kan niet en het mag niet! Dan zouden de machtheb-bers, dan zouden de machten van de dood uiteindelijk toch het laatste woord hebben.
Daarom houden we tegen alles en iedereen vol: het is niet waar, hij leeft.
Dat is de belijdenis van Petrus in het boek Handelingen, dat is de belijdenis van de eerste gemeente: Jezus is niet dood,
hij leeft, hij is door God opgewekt van de doden, opdat eens en vooral duidelijk zou worden, dat de dood niet het laatste woord heeft.

Martha, Maria en Lazarus, bij Johannes vormen ze samen een gezin. Niet een gezin met ouders en kinderen en de
daarbij behorende machtsverhoudin-gen, maar een gezin van broeders en zusters, een gezin dat model staat voor de gemeente.
Die gemeente speelt bij Johannes een rol in zijn evangelie. De lezers van zijn evangelie, de leden van de eerste
gemeente en in hun kielzog ook wij, kijken gespannen toe en stellen de allesbe-slissende vraag: “En wat betekent dat nu voor ons.” Jezus houdt van zijn gemeente.
Hij houdt van Lazarus, wordt er gezegd, en wat later horen we: Jezus had Martha en haar zuster en Lazarus lief.
En zijn ge-meente houdt ook van hem en ze vertrouwen op hem, ze geloven dat hij de Messias is, die in de wereld zou komen, maar wat betekent dat voor hun bestaan, wat verandert er daarmee aan hun werkelijkheid?

Ds. Jils Amesz, ds@wingerdkrimpen.nl
terug

Agenda

Klusploeg

ma 27 mrt 2023 om 13:00 uur

FilmPlus

ma 27 mrt 2023 om 19:30 uur

Groothuisbezoek

ma 27 mrt 2023 om 20:00 uur

Onze predikant


      
ds. J. Amesz   

 

Wingerdnieuws

       
                  
Wingerdnieuws                             Liturgie                                                                    

programma V & T

Verhuur


 verhuur

Volg ons via

                
kerk tv